Administratie in onderwijs

Er wordt nog wel eens geklaagd over de administratieve last in het onderwijs. Die blijkt van alle tijden. Recent heb ik enkele documenten van de gereformeerde School Vroomshoop – waar mijn grootvader Gerrit Rutgers hoofdonderwijzer was – ontvangen. Ook in 1929 moet hij voor het CBS acht kantjes invullen. Bureaucratie ten top. De keerzijde hiervan is dat ik nu beschik over informatie die een beeld geven van een lagere school in die tijd:

  • Het schoolgebouw dateert van 1905 en er is in 1929 een (vijfde) lokaal bijgebouwd.
  • De lokalen waren 7 x 7 meter en 4,20 meter hoog.
  • Gemiddeld zaten er 44 leerlingen in één lokaal. ’s Zomers pasten er meer leerlingen in het lokaal (omdat de kachel dan niet brandde).
  • Er zaten 221 leerlingen op school.
  • Eén van de onderwerpen op de ouderavond was “Eli of slapheid in de opvoeding”.
  • De schoolbibliotheek bevatte 150 boeken.
  • Het ziekteverzuim van het personeel was 0.
  • Mijn opa verdiende een jaarwedde (salaris) van ongeveer 3400 gulden (exclusief kindertoelage). De leerkrachten verdienden ongeveer de helft.
  • Het schooljaar begon op 1 april.

Geuzenbloed

Vandaag is het een dag om te gedenken. Daarbij kwam de uitspraak “wij hebben geuzenbloed” die wijlen mijn neef Gert (‘reuze geus’) op de begrafenis van zijn vader uitsprak bij mij naar boven. Dit is een uitspraak met een dubbele betekenis.

Letterlijk: wij zijn de nazaten van Marigje de Geus, onze oma. Figuurlijk: de geuzen waren onze eerste verzetstrijders. Verschillende leden uit ons voorgeslacht hebben op één of andere manier een bijdrage geleverd aan het verzet. Vorig jaar heb ik aandacht besteed aan het afwerpterrein in Stegeren. Vanavond bij de dodenherdenking sprak de 16 jarige Roos de woorden: “mijn heftigste herinneringen zijn die van een ander”. Dat geldt ook voor mij. Gelukkig zijn er verhalen en andere getuigenissen bewaard gebleven.

Deze week heb ik er drie teruggevonden op zolder in de doos van mijn ouders. Stille getuigenissen die verslag doen van geuzendaden. Goed om hierbij stil te staan.

Tastbare geschiedenis

Een aantal weken geleden hebben we een gezellige familiedag gehad in de buurt van Ommen. Tussen de neven en nichten (en de aanhang) lopen verschillende verbindingen: ‘draadjes’ die tezamen geweven zijn tot een familieband.

Eén van die draadjes wordt gevormd door onze gezamenlijke grootvader: Gerrit Rutgers, ook wel bekend als Meester Rutgers. Hij was in de periode van 1905 t/m 1946 werkzaam als hoofdonderwijzer op de Gereformeerde School te Vroomshoop. Na de familiedag heb ik een doos van zolder gehaald waarvan ik wist dat er nog spullen van mijn grootvader in zaten. Daar kwamen meerdere verrassingen uit, die ik op mijn blog zal delen.

De mooiste vondst vind ik een set van 26 kaarten met de bijbehorende tekst van de revue bij zijn afscheid als hoofd der school op 17 januari 1946. Ik noem dit een powerpoint uit de oude doos. Hoe het precies in zijn werk is gegaan, weet ik niet. Ik stel mij voor dat mijn grootvader de kaarten één voor één moest omdraaien terwijl een (oud?)leerling de bijbehorende tekst voordroeg. Klik op onderstaand icoon voor het starten van de diapresentatie.

Het publiek moet in die tijd wel geduldig zijn geweest. In de eerste plaats konden de meesten de afbeeldingen niet zien en in de tweede plaats was de tekst – voor de huidige begrippen – lang(dradig).

Ongetwijfeld liggen er op vele zolders nog vergelijkbare ‘schatten’ die getuigen van het verleden. Nu hebben we de mogelijkheid deze tastbare zaken te delen. Ik vraag mij af of er twee generaties na mij ook mensen zijn die getuigen van een vondst in één van de uithoeken van (de opvolgers van) internet van een presentatie van één van hun voorouders in slideshare, een verhaal in een blog, een brief, een e-book of een aantal digitale foto’s of filmpjes. Of is onze geschiedenis straks vervluchtigd?