Vlaams pleidooi voor fiets

Niet alleen het taaltje is zacht (Het Goede Doel: België), maar ook de fietser. Bijgaand pleidooi vond ik in het Vlaamse ‘vademecum fietsvoorzieningen’ wat – in tegenstelling tot de Nederlandse evenknie van CROW – gratis te downloaden is.

Bron: Fietsen Kan, Langzaam Verkeer

Genoeg argumenten om de fiets op 1 te plaatsen, zoals een enthousiaste stichting in Dieren nastreeft.

Wat zacht is, moet beschermd (en geknuffeld) worden. Die zachtheid heeft helaas ook een keerzijde: de fietser is kwetsbaar. Die bescherming is aandachtspunt bij de oplaaiende discussie over de helmplicht. Zelf zie ik meer in een betere infrastructuur (vrijliggende fietspaden, voorrang op doorfietsroutes, fietsstraten, etc.).

Ik doe een poging in m’n nieuwe woongemeente Berkelland dit onder de aandacht te brengen: berkelland.fietsersbond.nl

Het recht van de snelste

Uitgelezen boek. Thalia Verkade, journalist bij ‘de Correspondent’, neemt je mee in haar vragen, gedachten en twijfels betreffende het verkeer, de (on)veiligheid, de inrichting van de publieke ruimte en de toekomst van mobiliteit. Een proces van 3 jaar. Ze wordt bijgestaan door Marco te Brömmelstroet a.k.a. de fietsprofessor.

Niet de mens, maar de technische modellen, rekenregels en richtlijnen staan centraal: het verkeersnetwerk wordt versimpeld tot pijpleidingensysteem.

Thalia beschrijft haar gevoel naar aanleiding van de eerste dode bij een aanrijding met een zelfrijdende auto: “dat straten worden overgenomen door machines, en mensen hun vrijheid, invloed en daarmee hun menselijkheid verliezen, totdat er enkel nog slaafse consumenten van snelheid van ze over zijn.” Is dit al niet het geval vanaf de eerste auto?

De verantwoordelijkheid voor de veiligheid is verschoven naar de kwetsbare partij. Dat proces is al 100 jaar gaande, getuige deze brief van de ANWB uit 1924. Aan de hand van schoolplaten moest het onderwijs de kinderen onderrichten in hoe je je dient te gedragen in het verkeer. Eén van de schoolplaten toont een voorbeeld van het in het boek aangestipte begrip ‘jaywalking’:
Het boek beschrijft de (re)constructie van de betekeniswolk bij Thalia betreffende verkeer. Een samenvatting geven is daarom voor mij niet mogelijk. Hoofdstuk 3 ‘het verhaal dat niet wordt verteld’ grijpt je naar de strot. Hoofdstuk 5 ‘verkering’ is een soort taalspel met termen als voorruitperspectief en treinfietser (ben ik – zonder dit te weten – meer dan 10 jaren geweest). De taal vormt onze betekenisgeving (volgens de auto-maat). Voortbordurend op de gedachte van verkering: de fiets is mijn veloofde (geen typefout).
Kortom: kopen en lezen!

In de terminologie van Thijs Homan: dit boek morrelt aan je betekeniswolk. Verkeer is als zoiets als het poly basketbal van Homan: meerdere teams, meerdere ballen, spelers buiten het veld terwijl de scheidsrechter (lees: instituten als CROW en ANWB) trachten het speelveld en de spelregels vast te stellen. De werkelijkheid is (of zou moeten zijn) dat de spelers het spel bepalen! Meer ‘play’; minder ‘game’.

Dit boek past in mijn betekeniswereld. Deze is hierdoor alleen maar versterkt. De vraag die bij mij naar boven komt, is of – en zo ja hoe – de beleidsmakers dit boek lezen.

Doorfietsen

Tijdens het 70 jarig jubileum van de Gazelle fabriek in Dieren in 1962 zijn er een aantal sprekers, waaronder Pierre Huyskens. Hij begint zijn toespraak met een stukje geschiedenis en bijna filosofische blik op de vervoersmiddelen auto en fiets:

Sommigen beweren: “Kijk, eerst kwam de fiets, maar dat was niet je-dát; in het spoor van de fiets evenwel kwam de auto. En toen waren we er!”
Die formule deugt niet. Men moet het niet zó voorstellen, alsof het rijwiel een soort preanataal stadium van de automobiel was, een tweewielig embryo, waaruit de zichzelf bewegende vierwieler zich ontwikkelde.
Een fiets en een auto zijn wezenlijk onderscheiden, niet omdat het eerste zoiets als ‘slechts’ de helft van het tweede zou zijn, maar omdat de fiets een ‘grootheid-apart’ is.

De automobiel beweegt zich, het rijwiel wordt bewogen. De auto bezit den mens (met in het lidwoord de nadruk op de lijdende-voorwerp-vorm!) terwijl de mens den fiets bezit. De fiets laat de menselijke waardigheid héél, is zijn IJzeren Lastdier, erkent hem als de Grote Beweger. Die erkenning wil de auto voor zichzelf behouden.

Pierre sluit zijn toespraak af met een blik in de toekomst. De profetie (b)lijkt – na 60 jaren – uit te komen.

Speed Pedelec

Behalve ICT maakt fietsen (zowel het werkwoord als zelfstandig naamwoord) integraal deel uit van mijn (dagelijkse) leven. Beide maken vooruitgang mogelijk! De afgelopen 13 jaren maakte ik vooral gebruik van mijn Brompton vouwfiets in combinatie met de trein. Nu ik een dag minder ben gaan werken en alleen nog maar op onze locatie in Ommen (26 km enkele reis), bood zich een nieuwe kans aan: forensen op de fiets.

Ik heb dit traject afgelopen zomer een aantal keren afgelegd op m’n Challenge Distance ligfiets. Dat lukt mij door de bank genomen nog in 1 uur. Ik trap mij dan wel in het zweet. Onze school biedt prima douchegelegenheid, maar tussen huisdeur uitstappen naar fris het lokaal instappen zit toch wel een kleine anderhalf uur. Maar je hebt je workout dan gehad!

Mijn belangstelling was gewekt voor de speed pedelec (e-bike max. 45 km/u). In mei was ik in de gelukkige omstandigheid een weekend de Gazelle No1 te mogen testen. Ik was meteen verkocht (helaas is de No1 een experiment, dus wordt niet verkocht). Ik had mijn twijfels over de stabiliteit bij snelheden boven de 40 km/u, maar die bleken onterecht. Ook fietsen met een (inmiddels verplichte) helm op vormt voor mij geen belemmering.

In juli heb ik mijn Gazelle Cityzen Speed aangeschaft. Inmiddels staat er bijna 1000 km op de teller (in de zomervakantie heeft hij 6 weken stilgestaan). Het bevalt mij uitstekend. Mijn traject is zeer geschikt voor de speed pedelec: hooguit 4 km in de bebouwde kom en voor de rest vrijliggend fietspad. Het fietspad Dalfsen – Ommen is breed en geasfalteerd en loopt door het prachtige Vechtdal. Het is niet druk. Ik vertrek 10 minuten eerder om de groepen scholieren te mijden.

Op het vrijliggende fietspad rijd ik rond de 40 km/u. Je moet dan nog wel redelijk bijtrappen, maar het zweet drupt niet van je hoofd. Boven de 44 km/u gaat de begrenzing haar werk doen. Harder trappen helpt niets.
Gemiddeld haal ik 35 km/u (plus of min 3 km/u afhankelijk van de wind) en doe er drie kwartier over. De accu (500 Wh) biedt een actieradius van 32 km bij maximale ondersteuning. Ik moet dus na elke rit opladen.

Voor mij is de speed pedelec hét ideale vervoersmiddel. Het verlengt je actieradius als fietser, je krijgt je beweging, frisse lucht en ‘decompressie moment’. Ik realiseer mij wel dat mijn omstandigheden optimaal zijn. Mocht het weer tegenzitten (tot nu toe slechts 1 keer), dan stap ik weer op de Brompton en trein.

Union Tally

Zoals aangegeven in mijn vorige bericht, beschik ik naast de Locomotief Sport Favoriet ook over een Union Tally damesfiets. Op basis van de codering 36P op de Torpedo Sachs naaf dateer ik deze fiets van 1972. Nog geen oldtimer volgens de uitgangspunten (bouwjaar < 1970) van Vereniging De Oude Fiets, maar wel een degelijke fiets met mooie details. Er liggen nog originele Vredestein banden (Westlander en Tippelaar) op.

Ik heb ze opgepompt en ze blijven hard, maar zijn sterk gevulkaniseerd. Ik heb inmiddels twee nieuwe Vredestein Retro banden besteld. Het is immers de bedoeling dat er op gefietst wordt!

Het ergste stof is eraf en er is al wat poetswerk verricht. Er is nog een hoop te doen en vooral de velgen zijn in slechte staat. Die krijg ik niet meer glimmend, maar je moet ook kunnen zien dat het een oude fiets is. Wat mij opvalt is dat de spatborden nog zo goed zijn. Die kwaliteit maken ze tegenwoordig niet meer.