Feitenkennis

In de kerstvakantie gun ik mijzelf de tijd om wat te lezen. Maar: “wat”? Ik laat mij daarbij graag inspireren. Bij het bestuderen van de stemming voor het beste populair wetenschappelijke boek van 2018 las ik in het commentaar de opmerking dat het boek Feitenkennis van Hans Rosling ontbreekt in de lijst. Ik ben een groot fan van de manier waarop (de helaas te jong overleden) Hans Rosling zijn gedachtegoed deelt. Ik gebruik dit filmpje van één van zijn TED presentaties als introductie van het thema datavisualisatie en -analyse in atheneum 5 bij mijn lessen informatica.

Ik heb direct het e-book gekocht en vrijwel in één adem uitgelezen. Het is een absolute aanrader. Hans Rosling weet op een aangename en humoristische wijze je betekeniswereld te verstoren. Dit boek had op nummer 1 moeten staan!

Het boek begint met een test van 13 vragen over de toestand in de wereld. De scores zijn zeer laag (slechter dan een chimpansee: slechter dan willekeurig), ongeacht herkomst of opleiding van de respondenten. Er is iets systematisch mis met ons wereldbeeld.
Hans heeft zich uiteraard de vraag gesteld waardoor dit komt. In het boek geeft hij zijn antwoorden door 10 instincten te beschrijven die een rol spelen bij onze misvormde beeldvorming.

  1. Kloofinstinct. De sterke neiging tot binair denken: dingen in twee verschillende groepen te verdelen, bijvoorbeeld arm vs rijk. Hij onderscheidt vier inkomensniveaus (level 1 t/m 4) en laat zien dat de meerderheid zich in het midden bevind.
  2. Negativiteitsinstinct. Onze neiging om meer slechts dan goeds te zien. Veroorzaakt door onjuiste denkbeelden over het verleden; selectieve verslaglegging door journalisten (goed nieuws is geen nieuws) en het gevoel dat het harteloos is om te zeggen dat het beter gaat zolang er nog slechte dingen zijn.
  3. Rechte-lijninstinct. De neiging om altijd rechte lijnen te zien. Veel vaker hebben trendlijnen een kromming (S-curve, glijbaan, bulten of exponentieel).
  4. Angstinstinct. De wereld zit vol gevaren (terwijl de wereld nog nooit zo veilig en weinig gewelddadig is geweest dan nu): natuurrampen, oorlog en conflicten, besmetting en terrorisme. Mede door de aandacht in de media wordt het risico (gevaar * blootstelling) overschat.
  5. Grootte-instinct. De neiging om dingen uit verhouding te zien. We richten onze aandacht en middelen op individuele incidenten of zichtbare slachtoffers. Losstaande cijfers zijn vaak indrukwekkend, maar misleidend.
  6. Generalisatie-instinct. Iedereen is voortdurend (onbewust) bezig te categoriseren en generaliseren. Dit geeft ons structuur. Maar het bepaalt ook hoe we zelf de wereld zien en maakt het lastig vraagtekens te plaatsen bij onze eerdere aannames.
  7. Lotsinstinct. Het is altijd zo geweest en het zal nooit veranderen: onveranderlijk en onveranderbaar. Langzame verandering wordt vaak niet gezien, maar is ook verandering.
  8. Eenperspectiefinstinct. Simpele ideeën zijn erg aantrekkelijk: alle problemen hebben één oorzaak en voor alle problemen is één oplossing. De werkelijkheid is echter veel complexer (en chaotischer).
  9. Zondebokinstinct. Op zoek gaan naar een duidelijke, simpele reden (de ‘slechterik’) waarom er iets naars gebeurt. Politici, journalisten, vluchtelingen, buitenlanders, instellingen en leiders worden gemakkelijk als zondebok aangewezen.
  10. Urgentie-instinct. De aansporing om nú in actie te komen, waardoor je minder kritisch nadenkt en sneller besluiten neemt / in actie komt. Hoewel dit instinct op nummer 10 staat, noemt Hans dit de ergste vertekenaar van ons wereldbeeld en komen alle hierboven genoemde instincten samen in dit instinct.

Elk instinct is een hoofdstuk en wordt afgerond met tips hoe je dit instinct in bedwang kunt houden. Met aandacht voor de feiten / data in hun perspectief. Data als therapie. “Je kunt de wereld niet kennen zonder cijfers. Maar je kunt de wereld ook niet kennen met alleen cijfers” is een quote die een aantal keren in het boek terugkomt.

Letterlijk zijn laatste woorden zijn: “met een op feiten gebaseerd wereldbeeld kunnen we zien dat de wereld niet zo slecht is als ze lijkt – en we kunnen zien wat we moeten doen om haar beter te maken.

Veel meer van het gedachtegoed van Hans Rosling (en zijn zoon en dochter) is te vinden op de website gapminder.org. Kijk vooral ook op Dollar Street.

Bij-baan

Sinds dit voorjaar heb ik de basiscursus bijenteelt gevolgd. Daarbij heb ik mij verdiept in de wondere wereld van de honingbij. De cursus wordt afgesloten met een examen. Dit heb ik succesvol afgerond en gisteren heb ik – met nog 10 mede cursisten – het diploma in ontvangst mogen nemen. Ik mag mij nu dus imker (of bijker) noemen.
Het is een intrigerende hobby. De overeenkomst met ICT: je bent nooit uitgeleerd!

Inmiddels staan er twee kasten op ons balkon en twee bij een dierenweide in de buurt. Nu maar hopen dat deze volken de winter goed doorkomen, zodat we in het voorjaar honing kunnen ‘oogsten’.

Magister 6: watertrappelen

In mijn vorige blog beschreef ik de relatieve vooruitgang die ik ervaar in het gebruik van Magister 6 als docent: twee stappen vooruit en één stap terug. Twee weken verder ben ik wat minder positief. Daarom de metafoor ‘watertrappelen’. Veel beweging, weinig vooruitgang.

Laat ik positief beginnen. Ik heb een collega laten zien dat je in de Magister Agenda de agenda’s van maximaal 6 collega’s naast elkaar kan zetten. Gemakkelijk voor het maken van een afspraak. Precies wat ze nodig had! Klik op het agenda icoon en zoek de betreffende collega op.

De meeste collega’s hebben tot de zomervakantie Magister 5 gebruikt. Simpelweg omdat dit in hun comfortzone zat. De mededeling dat Magister 5 na 1 augustus niet meer gebruikt kon worden werd niet als urgent ervaren. Zeker niet als je bezig bent met de afronding van het schooljaar. Inzage in de toetsbelasting bij het opgeven van een toets / proefwerk in Magister 6 wordt positief ontvangen: scheelt een hoop discussie en uitzoekwerk ten opzichte van Magister 5.

Vandaag vroeg een collega mij te helpen met het plannen van een activiteit voor een aantal collega’s. Activiteit en onderdelen aangemaakt: kind kan de was doen. Maar …….. de toegang inrichten. Een ramp! Je moet collega voor collega zoeken, selecteren, rol kiezen en vervolgens toevoegen (6 klikken per collega). Olifantenpaadje: maak OOP-er beheerder van de activiteit en laat deze in de RDP de selectie doen. Daar kan je tenminste ook nog op Locatie en Organisatorische Eenheid selecteren. Dat zou in Magister 6 ook moeten kunnen!

Ik wilde een opdracht voor een PO van een leerling van vorig jaar bekijken (voor de duidelijkheid: ik heb deze leerling ook dit jaar). Helaas: dat is niet mogelijk. Misschien zijn mijn verwachtingen te hoog gespannen en vindt Magister dat dit niet meer moet kunnen? Ik kan het bij Cijfers en Logboek wel door het betreffende schooljaar onder weergave te selecteren, dus waarom bij Opdrachten niet?

Kortom: ze moeten bij Magister nog maar even een sprintje trekken 😉

Magister 6: afspraak

Sinds het begin van dit schooljaar kan ik, in mijn rol als docent, alleen nog gebruik maken van Magister 6. Ik ervaar dit als twee stappen vooruit, maar nu ben ik geconfronteerd met één stap terug: het aanmaken van een gezamenlijke afspraak in de Agenda.

Ik maak deel uit van een ICT werkgroep die tweewekelijks overleg heeft op een vast moment. Helaas kan ik deze niet als herhaalde afspraak in de Agenda zetten. In de FAQ is vermeld dat dit op de wensenlijst staat. De workaround is elke afspraak, met de bijbehorende deelnemers, opnieuw aan te maken. Jammer, maar overkomelijk.

Als docent begeleid ik een aantal groepen bij het profielwerkstuk. Hiervoor maak ik met de betreffende leerlingen een (gezamenlijke) afspraak op een tussenuur of na schooltijd. In Magister 5 kon ik die laten meetellen voor onderwijstijd, wat volgens mij correct is: er is sprake van een onderwijsactiviteit waarbij een docent aanwezig is. Laten meetellen voor onderwijstijd is nu in Magister 6 onmogelijk.
Dezelfde FAQ geeft als uitleg: “Een docent mag geen afspraken met onderwijstijd meer aanmaken. Dit is functionaliteit dat behoort bij een roostermaker en/of een onderwijs ondersteunend personeelslid”. = bullshit!
Dit antwoord getuigt mijns inziens van weinig kennis van de onderwijsprocessen en taken van de docent. De roostermaker of mijn administratieve collega ziet mij aankomen.
Magister: dit moet terug op de Agenda! (en mocht dit opgepakt worden: maak dan ook absentieregistratie hiervoor weer mogelijk).

Magister 6: notificatie Bericht

Onderstaande informatie is alleen relevant als je gebruiker bent van Magister 6 en beschikt over Flow binnen Office 365.

Leerlingen (en docenten) communiceren vaak via een Magister Bericht. Soms vergt dit een snelle (re)actie. Het is handig als je erop geattendeerd wordt dat je een Magister bericht hebt ontvangen. Dat kan je realiseren met Flow, een app binnen Office 365.
Voorwaarde is dat je de Magister Berichten laat doorsturen naar je school Outlook mailadres (zie Instellingen in Magister) en de Microsoft Flow app hebt geïnstalleerd op je smartphone.

Klik in Office 365 op de Flow app. 
Klik vervolgens in Mijn stromen op Leeg item maken

  • Selecteer ‘Wanneer er een nieuwe e-mail binnenkomt’
  • Selecteer eventueel een andere map (als je bijvoorbeeld via een Regel in Outlook de Magister Berichten automatisch in een aparte map plaatst).
  • Kies geavanceerde opties
  • Vul onder Van noreply@magister.net in (je kan meer e-mail adressen toevoegen gescheiden door een 😉

  • Klik op nieuwe stap
  • Kies actie toevoegen
  • Kies Notifications
  • Kies Notifications – send me a mobile notification
  • Klik in tekst en kies Onderwerp en Voorbeeld van de hoofdtekst (onder meer weergeven)

  • Sla de stroom op

Magister 6: presentie

Als docent gebruikte ik voor de zomervakantie Magister 5 uitsluitend nog voor de absentieregistratie: het foto-overzicht op het digibord en dan aanklikken wie aanwezig was. Deze werd meteen als present geregistreerd. De rest werd automatisch absent geregistreerd bij het afsluiten van de les.

Na de zomervakantie kan je als docent alleen nog Magister 6 gebruiken. In Magister 6 kan je alleen absentieregistratie doen. Lastig als je de leerlingen nog niet kent. Ik mis de presentie registratie van Magister 5. Hier heb ik een olifantenpaadje voor gevonden.

Ik selecteer in de leerlingenlijst alle leerlingen.

 

Vervolgens schakel ik over naar het fotoboek en haal de vinkjes weg bij de leerlingen die aanwezig zijn. De overblijvende leerlingen registreer ik als absent en daarna verantwoord ik de les.

Toegegeven: het zijn wat extra klikken, maar ik vind dit – zeker in het begin – beter werken.

 

In Control

De titel van deze blog zegt niets over mijn huidige status. Integendeel zou ik haast zeggen. Het is de titel van het laatste boek van Thijs Homan, hoogleraar Implementation and Change Management bij de Open Universiteit Nederland. Naar mijn mening opnieuw een meesterwerk! Klik hier voor zijn introductie.
Hij wenst de lezer veel verwarring toe. Welnu: dat is hem gelukt.

‘In Control’ gaat primair over de vraag hoe het toch kan dat de bureaucratie (afvinklijstjes, formulieren, protocollen, procedures, POP, school-, team-, jaar- en vakwerkplan, lerarenregister, audits) eerder toe dan af (b)lijkt te nemen. Dit weekend werd bekend dat een zorgprofessional 40% van zijn/haar werktijd besteedt aan administratie. Vergelijkbare signalen komen uit het (met name basis) onderwijs. Zijn we slachtoffer van de bureaucratie? Of zijn we er misschien aan verslaafd?

Diverse schrijvers geven aan dat de bureaucratie (‘old way’) haar langste tijd heeft gehad en komen met hun oplossing (‘new way’). Ik heb met genoegen ‘Verdraaide Organisaties’ van Wouter Hart en ‘Verandering van tijdperk’ van Jan Rotmans gelezen. Beide boeken gaven mij het gevoel ‘Het Probleem’ en ‘De Oplossing’ (terug naar de bedoeling en transities/kantelingen) hiervoor te begrijpen. Toch blijft er iets knagen. Alsof je na een goede preek op zondag weer gewoon overgaat tot de orde van de dag: er is niets veranderd.

Thijs Homan zet ‘In Control’ alle ontwikkelingen die hij ziet (hoort en leest) op een rij. Dat geeft je een breed en vooral genuanceerd overzicht. Het gaat veel te ver hier in deze blog een samenvatting te geven. Ervaar het zelf en lees ‘In Control’.
Thijs Homan formuleert zijn conclusie erg voorzichtig: “Al met al denk ik dus dat we wel in een tussenfase zitten, maar daarbij bevinden we ons nog wel in een vroeg beginstadium ervan“.

Thijs Homan gebruikt veel beelden en beeldtaal. Dat helpt mij om de dingen een plekje te geven. Dat geldt vooral voor het beeld van het ‘aantrekkingsbassin’. In een landschap (dat voortdurend aan verandering onderhevig is) vormen zich meerdere bergen en dalen. Zo’n dal kan diep en uitgebreid zijn, waardoor het lastig is hieraan te ontsnappen. Zonder het nu te typeren als zwart gat: er gaat veel energie inzitten en eruit klimmen (richting een andere aantrekker) kost je grote moeite. Veranderen betekent dan dus: de schop oppakken en her en der bassins dempen, geultjes graven en andere bassins uitdiepen. ‘In Control’ leert je dat dit geen gecoördineerde actie is, maar meer een geval is van ieder voor zich (multicentrisch). Daarbij ontstaat (vaak door toeval) samenwerking die soms resulteert in een tipping point. Een hoog Klooi gehalte dus.

Speed Pedelec

Behalve ICT maakt fietsen (zowel het werkwoord als zelfstandig naamwoord) integraal deel uit van mijn (dagelijkse) leven. Beide maken vooruitgang mogelijk! De afgelopen 13 jaren maakte ik vooral gebruik van mijn Brompton vouwfiets in combinatie met de trein. Nu ik een dag minder ben gaan werken en alleen nog maar op onze locatie in Ommen (26 km enkele reis), bood zich een nieuwe kans aan: forensen op de fiets.

Ik heb dit traject afgelopen zomer een aantal keren afgelegd op m’n Challenge Distance ligfiets. Dat lukt mij door de bank genomen nog in 1 uur. Ik trap mij dan wel in het zweet. Onze school biedt prima douchegelegenheid, maar tussen huisdeur uitstappen naar fris het lokaal instappen zit toch wel een kleine anderhalf uur. Maar je hebt je workout dan gehad!

Mijn belangstelling was gewekt voor de speed pedelec (e-bike max. 45 km/u). In mei was ik in de gelukkige omstandigheid een weekend de Gazelle No1 te mogen testen. Ik was meteen verkocht (helaas is de No1 een experiment, dus wordt niet verkocht). Ik had mijn twijfels over de stabiliteit bij snelheden boven de 40 km/u, maar die bleken onterecht. Ook fietsen met een (inmiddels verplichte) helm op vormt voor mij geen belemmering.

In juli heb ik mijn Gazelle Cityzen Speed aangeschaft. Inmiddels staat er bijna 1000 km op de teller (in de zomervakantie heeft hij 6 weken stilgestaan). Het bevalt mij uitstekend. Mijn traject is zeer geschikt voor de speed pedelec: hooguit 4 km in de bebouwde kom en voor de rest vrijliggend fietspad. Het fietspad Dalfsen – Ommen is breed en geasfalteerd en loopt door het prachtige Vechtdal. Het is niet druk. Ik vertrek 10 minuten eerder om de groepen scholieren te mijden.

Op het vrijliggende fietspad rijd ik rond de 40 km/u. Je moet dan nog wel redelijk bijtrappen, maar het zweet drupt niet van je hoofd. Boven de 44 km/u gaat de begrenzing haar werk doen. Harder trappen helpt niets.
Gemiddeld haal ik 35 km/u (plus of min 3 km/u afhankelijk van de wind) en doe er drie kwartier over. De accu (500 Wh) biedt een actieradius van 32 km bij maximale ondersteuning. Ik moet dus na elke rit opladen.

Voor mij is de speed pedelec hét ideale vervoersmiddel. Het verlengt je actieradius als fietser, je krijgt je beweging, frisse lucht en ‘decompressie moment’. Ik realiseer mij wel dat mijn omstandigheden optimaal zijn. Mocht het weer tegenzitten (tot nu toe slechts 1 keer), dan stap ik weer op de Brompton en trein.

Union Tally

Zoals aangegeven in mijn vorige bericht, beschik ik naast de Locomotief Sport Favoriet ook over een Union Tally damesfiets. Op basis van de codering 36P op de Torpedo Sachs naaf dateer ik deze fiets van 1972. Nog geen oldtimer volgens de uitgangspunten (bouwjaar < 1970) van Vereniging De Oude Fiets, maar wel een degelijke fiets met mooie details. Er liggen nog originele Vredestein banden (Westlander en Tippelaar) op.

Ik heb ze opgepompt en ze blijven hard, maar zijn sterk gevulkaniseerd. Ik heb inmiddels twee nieuwe Vredestein Retro banden besteld. Het is immers de bedoeling dat er op gefietst wordt!

Het ergste stof is eraf en er is al wat poetswerk verricht. Er is nog een hoop te doen en vooral de velgen zijn in slechte staat. Die krijg ik niet meer glimmend, maar je moet ook kunnen zien dat het een oude fiets is. Wat mij opvalt is dat de spatborden nog zo goed zijn. Die kwaliteit maken ze tegenwoordig niet meer.

Locomotief Sport

balhoofdplaatje

De fiets blijft mij boeien. Dit weekend heb ik drie fietsen kunnen ‘redden’ van de sloop. Een Union Tally damesfiets; een Union herenfiets en een Locomotief Sport Favoriet damesfiets. Onder het stof kwamen mooie details naar boven. Nu kijken of ik ze kan dateren. Vervolgens veel poetswerk (ik wil de details van belettering en biezen behouden).

De beide damesfietsen hebben nog oude Vredestein banden, maar deze zijn in slechte staat en aan het verpulveren. Het is de bedoeling dat er weer op gefietst kan worden, dus moet ik op zoek naar retro banden.

Het frame van de Locomotief is nog in behoorlijk goede conditie. Op basis van diverse informatie schat ik het bouwjaar van deze fiets op midden jaren 50. Meer foto’s zijn hier te vinden.