Resumé reis Burkina Faso

  • Mijn doelstelling was dat ik na dit bezoek een beeld zou hebben bij alle namen (van mensen, plaatsen en scholen) die ik in mijn korte periode als bestuurslid van de stichting Faso te horen heb gekregen. Dat is volledig gelukt.
  • Ik heb meer inzicht gekregen in de formele en informele structuren binnen de gemeenschappen. Dit is belangrijke informatie voor het bepalen van de acties en prioriteiten binnen de stichting.
  • Ik herken de voornaamste landbouwgewassen: millet rouge en blanc, yam, rijst, arachide, gombo en natuurlijk mais.
  • Het is andermaal bevestigd dat ik meer van het plattelandsleven houd dan van het stadsleven.
  • Ik snap nog steeds niet hoe de geldstromen lopen. Hoe kan iemand die geen inkomen heeft toch eten, kleden, brandstof, etc. kopen en huur betalen? Het antwoord ‘la grande famille’ lost het voor mij niet op, omdat de meesten daarbinnen in dezelfde situatie verkeren.
  • Op het platteland hebben we alle maaltijden buiten genuttigd. ’s Morgens in het zonnetje, ’s middags onder de boom en ’s avonds in het donker.
  • Ik heb de hele periode in korte mouwen gelopen. Bij temperaturen tussen 30 en 35 graden.
  • Ik ben dit keer niet ziek geweest.
  • Tweemaal daags ‘douchen’ met 10 liter water gaat prima.

douche: emmer water en een plastic bakje

  • Generaliserend denkt de Burkinabé in (hele) korte termijnen (dagen). Langetermijn planning is (daarom) lastig.
  • Ook weer generaliserend: zij denken dat het leven gemaakt wordt (door een god); wij denken dat het leven maakbaar is.
  • Het gesproken Frans is voor mij grotendeels goed te volgen. Het spreken is een stuk lastiger.
  • Ondanks het redelijk volle programma met veel bezoekjes en gesprekken heb ik het verblijf als zeer relaxed ervaren.
  • Mijn oud (Franse) collega’s zeiden het al: “You (Nederlanders) are over organised”. Wij willen alles plannen en organiseren, leggen op alle slakken zout en jagen voortdurende kwaliteitsverbetering na. Dit vergt veel energie. De Burkinabé is zuinig op zijn energie en het zou weleens zo kunnen zijn dat hun levensvreugde – ondanks de grote verschillen in middelen – groter is dan die van ons.
  • Daar teken ik meteen bij aan dat de vrouw in Burkina Faso het een stuk zwaarder heeft dan de man. Een goede vrouw daar is een vrouw die er – in alle opzichten – voor zorgt dat haar man een prettig leven heeft. De meeste vrouwen kijken (daarom?) niet zo blij. Veel mannen daarentegen lopen met een grote glimlach rond.
  • De verschillen tussen man en vrouw vind je ook terug in de statistieken van het basisonderwijs. Gemiddeld is 45% van de leerlingen meisje.

22-10

De laatste dag alweer in Burkina Faso. We vliegen om 22:30, dus we hebben nog de hele dag om in Ouagadougou rond te struinen.

Cees krijgt een goed bericht: zijn fototoestel is gevonden in het dorpje Torkora Bankora. Nu moet er een manier worden gevonden om dit in Ouagadougou te krijgen. Er rijdt iemand op z’n brommertje van Midebdo naar Torkora, neemt het toestel vervolgens mee naar Gaoua. Daar geeft hij het toestel mee aan een busreiziger die naar Ouaga reist. Daar zal het op het busstation weer worden overgedragen aan Cees.

Joanny bezoekt ons weer en geeft uitleg bij de foto’s van de aanleg van een stuwdam, een pomp en een biogasinstallatie. Behalve over deze onderwerpen blijkt hij ook veel te weten over landbouw. Hij kan onze vraag beantwoorden of er in Burkina een gewas is dat kan worden gebruikt als afrastering van bijvoorbeeld een schooltuin. Deze hebben we nergens gezien en een afrastering op basis van gaas is (te) kostbaar.

Werk van stichting steun sahelprojecten

Ook de vraag of er een alternatief is voor de ambulance in Midebdo kan hij beantwoorden. We zijn blij met de uitbreiding van ons netwerk met deze jongeman.

’s Middags bezoeken we het Village Artisanet. Hierin werken verschillende handwerklieden aan traditionele producten en bieden ze natuurlijk ook te koop aan. We schaffen enkele producten aan ten behoeve van de verkoop op onze sponsoravond op 5 november. Hierna steken we schuin over naar de ‘cyber’ (internetcafé) waar Ignace de laatste hand legt aan onze film.

We eten wat in het hotel en pakken onze koffers. Cees neemt een taxi naar het busstation. Hij komt terug met zijn camera. Burkina Faso wordt
ook wel het ‘land van de eerlijke mensen’ genoemd. Dat wordt door deze geschiedenis bevestigd.

Bij het vliegveld nemen we afscheid van onze vrienden Dieudonnee en Ignace. Het vliegveld is – ten opzichte van 2 jaar geleden – een stuk opgeknapt en gemoderniseerd. Er is nu bijvoorbeeld een scanner voor de handbagage. Wat volledig hetzelfde is gebleven zijn alle controles. Net als bij aankomst vul ik wederom hetzelfde papiertje in met de naw-gegevens, het verblijfadres hier en de data en reden van het bezoek. Na de scan van de handbagage wordt deze vervolgens door een andere medewerker van het vliegveld volledig uitgepakt. Tot drie keer toe (2 keer handmatig en 1 keer via de scan van je boardingpass) word je geregistreerd. Ze hebben de nieuwe manier van werken naast de ‘oude’ manier geplaatst in plaats van deze te vervangen. Hier is een efficiency verbetering heel gemakkelijk te realiseren, met als negatief gevolg dat de werkloosheid
verder toeneemt. Moet je niet willen dus?

21-10

Vroeg op en richting busstation. De bus zit minder vol dan op de heenweg, dus we hebben wat meer ruimte. Dat is bij een busreis van bijna 6 uur erg prettig.

Cees ontdekt, als de bus net wegrijdt, dat hij zijn camera mist. Lastig, want hij wil de foto’s en filmpjes gebruiken om de leerlingen en hun begeleiders van het Corlaer College te informeren. Hij zou nog in de andere bagage kunnen zitten, maar dat betwijfelt hij. De busreis verloopt helemaal volgens plan. We verblijven weer in hotel Central in Ouagadougou. Na het kwartiermaken ontmoeten we Ignace, Dieudonnee en twee andere Burkinabé. We eten en drinken samen wat. Joanny, één van deze jongens werkt voor een Nederlandse stichting die stuwdammen bouwt,
pompen realiseert en biogasinstallaties aanlegt. Hij vertelt over zijn werk en belooft de volgende morgen terug te komen om er verder over te vertellen. Ignace heeft de vertaling van de ondertiteling bij de filmpjes nodig. Cees levert deze aan.

Cees heeft zijn fototoestel niet teruggevonden, dus pleegt hij diverse telefoontjes om te achterhalen waar hij hem eventueel heeft laten liggen.

20-10

Vanmorgen hebben we overleg met het Lycee met als doel nadere afspraken te maken over de planning van het bezoek van het Corlaer College. De afspraak wordt door de school echter verplaatst naar 11:00 uur, dus drinken we op ons gemak iets bij de auberge waar we ook hebben overnacht. Als Cees wil betalen, komt hij er achter dat hij zich een nulletje heeft vergist. Hij heeft de biljetten van 1.000 CFA (ongeveer 1 euro 50) aangezien voor 10.000 CFA. We hebben niet genoeg geld om te betalen. We beloven dit op een andere manier te regelen en mogen – zonder te hebben betaald – vertrekken richting Lycee.

We bezoeken een tweetal klassen. In de volste daarvan tel ik 76 leerlingen. De meesten zitten met z’n drieën in één bankje. In de taxi en bus heb ik het al eerder geconstateerd: de Burkinabé hebben (noodgedwongen) een intimiteitszone van 0 m.

We rijden op de terugweg naar Midebdo nog even langs het zendelingenechtpaar. Ze hebben gevraagd of we wat mee willen nemen richting
Nederland. In Midebdo nemen we afscheid van onze gastheer Mirwe. Omdat hij zoveel monden te voeden heeft, geven we hem een zak rijst.

We rijden verder naar Torkora Bankora. Dit is een klein dorpje in een mooie, groene en heuvelachtige omgeving, waar de school bestaat uit 3 ‘hangars’ (zoals ze het zelf noemen) opgetrokken uit boomstammen met daar wat gras omheen gedrapeerd. Vorig jaar zaten de kinderen hier nog op boomstammetjes, nu is er schoolmeubilair. In één van de ‘lokalen’ ontbreekt een schoolbord.

We zijn (te) laat. Normaal zijn de kinderen nu vrij, maar ze hebben ze speciaal voor ons vastgehouden. Ondanks de grote armoede hier zijn de
kinderen en mensen heel vriendelijk, blij en open. De resultaten van de school zijn goed. Hartverwarmend om te zien dat ze dit samen kunnen bereiken met deze middelen. Dit moet wel een kwestie zijn van een sterke mentaliteit.

Op onze vraag wat hier de hoogste prioriteit heeft, antwoorden ze: “lerarenwoningen”. De leerkrachten wonen in lemen hutten in de nabijgelegen dorpen. De beschikbarheid van woningen in het dorp beperkt reistijd, maar wat nog veel belangrijker is: zo kunnen ze de goede leerkrachten aantrekken en behouden. Deze mensen snappen dat de kwaliteit van de school vooral wordt bepaald door de juiste mensen en niet door de faciliteiten. Geweldig!
Dit dorp en deze school hebben mijn hart gestolen.

We reizen door naar Gaoua en overnachten weer in het (luxe) hotel Hala. Hier hebben we nog een ontmoeting met onze contactpersoon van het
AFDC. Omdat hier een (relatief) goede internetverbinding is, kan ik wat achterstallig werk doen. Als ik Skype start, zie ik dat onze jongste twee
kinderen online zijn. We kunnen nu op ons gemak bijkletsen. Kort daarop komt ook de oudste – die voor een training in Amerika verblijft – online. Ruim na 24:00 ga ik doodmoe naar bed. Dit wordt een korte nacht, want om 07:30 moeten we alweer op het busstation staan.

19-10: Midebdo dag 6

Het heeft vannacht weer geregend. Op het dak van golfplaten lijkt dat heftiger dan het in werkelijkheid is. De ochtend begint in elk geval (relatief) fris.
‘s Morgens hebben we een ontmoeting met een tweetal groepen boeren die belangstelling hebben getoond voor een microcrediet. Tot onze verbazing – en vooral vreugde – zitten daar ook 5 vrouwen bij. We hebben een voorbeeld van een contract voor het verbouwen van mais dat is opgesteld door ASAP voor boeren in de omgeving van Bobo Diolasso. Er zitten toch nog wat open eindjes in die de nodige discussie uitlokken.
De boeren in Midebdo en omgeving doen alles nog met de hand. Dat betekent dat het zeer moeilijk is om het land in zijn geheel zaai rijp te maken voordat de regentijd begint. Dat is ook de reden waarom we maisakkers in verschillende stadia zien. Enige mechanisatie is een voorwaarde. De vraag of een tractor uitkomst zou bieden, wordt beantwoord met de opmerking dat een logische stap na lopen de fiets is en niet meteen de brommer. Een tractor vergt kennis (van gebruik en onderhoud) en reserveonderdelen zijn niet/nauwelijks te krijgen. Reparatie in het hoogseizoen zou veel tijd kosten die er niet is. Een span buffels lijkt een beter alternatief.
Omdat wij en de boeren meer vragen hebben dan we kunnen beantwoorden, besluiten we ons eerst verder te (laten) informeren met als doel dat er voor het nieuwe seizoen een aanbod moet liggen.

Bijeenkomst in de parloir met de landbouwers

‘s Middags reizen we naar Batié. Daar bezoeken we het Lycee (de middelbare school van 800 leerlingen). Deze school heeft contacten met het Corlaer College en in februari zal een groep leerlingen met hun begeleiders van het Corlaer het Lycee in Batié bezoeken. We wisselen informatie uit om de voorbereiding van beide zijden mogelijk te maken. De sfeer bij het overleg is erg formeel. Opvallend is dat bij elk overleg dat ik heb bijgewoond op een school er altijd een vertegenwoordiger – meestal de voorzitter – van de APE (=oudervereniging) aanwezig is. De betrokkenheid van ouders bij de school is (dus) groot. Na het overleg drinken we samen in een plaatselijke gelegenheid l’eau etranger. De sfeer is nu open en ontspannen.

 
Hierna bezoeken we een Nederlands zendelingen echtpaar dat hier al 12 jaar woont en werkt. Een leuke ontmoeting. Respect! Ze hebben een bibliotheek opgezet, gebruiken op uitgebreide schaal zonnepanelen, hebben een jongens- en meisjesclub georganiseerd, geven Engelse les, een beginnerscursus voor het gebruik van de computer en beschikken over een internet verbinding die – naar Nederlandse maatstaven – langzaam en duur is, maar het tenminste doet.
Sjon vertelt een interessant verhaal over het gebruik van elektrische ‘prikkers’ (waarmee ze vee stimuleren bijvoorbeeld de veewagen in te lopen) voor het behandelen van slangenbeten. De resultaten zouden zeer positief zijn. Moet ik thuis maar eens induiken.
De nacht brengen we door in een auberge, ook in Batié. Hier zullen ook de leerlingen van het Corlaer overnachten. Ik denk dat het verstandig is dat de verwachtingen goed worden gemanaged zodat er niet gemeten wordt op basis van Nederlandse maatstaven.
Ten opzichte van ons vorige onderkomen is het hier luxe: we hebben een toilet (die je met een emmer water moet doorspoelen) en een (koude) douche.

18-10: Midebdo dag 5

We hebben ‘s morgens een ontmoeting met de burgemeester en zijn team, het Committee de Vision, Koko Momo en ook Mesmin Sansan schuift aan. We leggen uit dat we de huidige structuur af willen bouwen en een nieuwe structuur daarvoor in de plaats willen stellen die meer aansluit bij de lokale bestaande structuren binnen de gemeenschap van Midebdo.

 
‘s Middags bezoeken we de directeur Roland van het College (voortgezet onderwijs). Door een wetswijziging worden ze niet langer (volledig) door de overheid gefinancierd. De ouders moeten nu betalen voor bijvoorbeeld het papier, de inkt (ze werken nog met een stencilmachine) en ander verbruiksmateriaal, maar ook voor de overuren van de docenten. Een deel van de ouders kan dat echter niet betalen. Hiermee wordt de directeur voor een dilemma geplaatst: moet hij de betreffende leerlingen nu uitsluiten van onderwijs, terwijl onderwijs in een land waar nog 70% van de bevolking analfabeet is juist uitermate belangrijk is?
Omdat het voortgezet onderwijs niet binnen dezelfde structuur valt als het primair onderwijs, bouwen we gezamenlijk een nieuwe structuur op die – ook hier – gebaseerd is op de bestaande lokale structuur.

 
Onze stichting heeft hier zonnepanelen laten installeren. Hiermee kunnen de – ook door de stichting beschikbaar gestelde – twee laptops worden opgeladen en is er licht beschikbaar. De stencilmachine werkt er echter niet op. Dit heeft misschien te maken met het vermogen van de machine, maar het plaatje waarop dit normaal vermeld is, is niet te vinden op de machine. Het zou ook aan de capaciteit van de omvormer (er staat max 1000 W op) kunnen liggen. Hier schiet mijn technische kennis echter tekort.

17-10: Midebdo dag 4

Vandaag bezoeken we 5 basisscholen in de dorpen rond Midebdo.
Tiafandouo. Deze school heeft inmiddels meubilair en een pomp. Er is behoefte aan elektriciteit en lerarenwoningen. Ze hebben voor 4 leraren 1 woning. Harde werkers.
Poltiaono. Hier is ook een vertegenwoordiging van ouders aanwezig. Dit toont de enorme betrokkenheid. De ouders zijn kritisch, want er is toegezegd dat er een pomp zou komen. Ze hebben van hun kant een inspanning verricht om de omgeving van de pomp vrij te houden van gras en hebben een boom gekapt. De pomp is er echter nog niet. Ze maken zich zorgen dat het project is geannuleerd. Cees legt uit dat dit het gevolg is van de regentijd, waardoor de aannemer met het zware materiaal niet bij het dorp kon komen. Communicatie is hier een sleutelwoord.
Vorig jaar zaten de leerlingen nog op de grond. Inmiddels is er schoolmeubilair. De ouders zijn daar dankbaar voor en hebben er vertrouwen in dat het met de pomp nu ook goed komt.
Harde werkers, maar erg op zichzelf. Ze hebben weinig contacten met mensen uit de omliggende dorpen.
Sinaperdouo. Hier is net een nieuwe directeur gestart. Hij wil graag een omheining voor de schooltuin. Er is een nieuwe leerkracht voor CP1 en CP2. De kinderen in de hogere klassen zijn zeer timide. Er is nu geen tekort meer aan schoolmeubilair. Als blijk van waardering krijgen we Ignam en een witte haan.
Dongolona. Hier komen we in de middagpauze aan, dus zijn er geen leerlingen en ouders. Hier had ook een pomp moeten staan. Ook hier leggen we uit wat de reden is van de vertraging.
Dobena. School van Aruna. Hier hebben we de kleurpotloden gegeven met het verzoek aan de leerlingen tekeningen voor ons te maken. Met Aruna kan je ‘zaken’ doen, want de tekeningen liggen klaar. Ook hier worden cadeautjes uitgewisseld. In de hoogste klas geef ik aan dat onderwijs heel belangrijk is en er dus goede onderwijzers moeten zijn. Ik heb petten van SchoolMaster bij me, leg uit dat dat leerkracht betekent en vraag wie onderwijzer wil worden. Er gaan slechts enkele vingers omhoog. Als blijkt dat hier een pet aan verbonden wordt, is de belangstelling ineens een stuk groter 😉 Ook de leerkrachten willen er één.

Eén van de SchoolMasters

Cees heeft einde van de middag een ontmoeting met de inspecteur van het basisonderwijs. Ik heb afspraken gemaakt met Ignace, omdat hij einde van de middag vertrekt naar Gaoua en daarna doorreist naar Ouaga. Hij moet aan onze film werken en nog wat boodschappen voor ons doen. In Midebdo is geen water en brood voor ons te koop. Onze privé chauffeur kan dit op meenemen als hij Ignace afzet in Gaoua.

16-10: Midebdo dag 3

Zondag is tenslotte een rustdag, ook hier. We doen kalm aan. De enige afspraak die we hebben is bij het SCPS (Services Communautaires de Promotion de la Santé), het plaatselijke gezondheidscentrum. We lopen erheen. Tijdens de wandeling komen we langs een gebouw waaruit tromgeroffel en gezang klinkt. Blijkt een kerk te zijn. We vragen of we even binnen mogen kijken. Dat mag. Uitbundige zangeressen en meeklappende mensen. Degene die naast mij zit doet zijn best de liederen te vertalen in het Frans, maar de meeste woorden gaan verloren in geluid van de drums.
Er zijn meerdere godsdiensten (protestant, katholiek, moslim en animist). Volgens Mirwe tolereren ze elkaar en leven de aanhangers van de verschillende geloven samen binnen één gemeenschap. Geloof speelt een grote rol in het leven van de Burkinabé.

 
Bij het SCPS maken we eerst kennis met de eindverantwoordelijke. Hij leidt ons vervolgens rond. In zijn kantoor staat een koelkast op gas, verder de bekende stapels papierwerk. Het volgende gebouw is de apotheek. Als je ziek bent, stelt de arts eerst de diagnose en schrijft medicijnen voor. Deze moet de patiënt (of een familielid) zelf halen en direct afrekenen bij de apotheek. Als hij/zij dat niet kan, wordt de verdere behandeling stopgezet. Verzekeringen kent men hier niet.
De verloskamer ziet er relatief netjes uit. Voor de vrouw lijkt het mij echter geen pretje om op deze tafel te bevallen. Binnen hun cultuur is het niet toegestaan dat de man bij de bevalling aanwezig is.

bevallen: een marteling?

De ambulance is een verhaal apart. Hij is eigenlijk niet bruikbaar, omdat je met z’n 2-en moet zijn om hem te starten. Als er een noodgeval is, wordt nu de ambulance in Batié gebeld. Naar Midebdo is al een uur en een kwartier rijden en dan komt daar de reistijd naar het slachtoffer nog bij over hobbelpaden. De scheidslijn tussen leven en dood is hier dun.


Ik weet dat er initiatieven zijn waarbij studenten van de technische universiteiten en hogescholen zijn uitgedaagd een alternatief te bedenken. Een nieuwe ambulance staat hoog op de prioriteitenlijst van de gemeente Midebdo. Thuis maar eens googelen of er alternatieven zijn die behalve snel ook de binnenwegen aankunnen en te onderhouden zijn door de lokale mecaniciens.

15-10: Midebdo dag 2

Het ochtendprogramma bestaat (wederom) uit de noodzakelijke beleefdheidsbezoeken. Voordat je als buitenstaander je ding kan doen, moet je eerst een bezoek hebben gebracht aan de burgemeester en de prefect. Officieel hoort daar ook nog de inspecteur bij, maar die is afwezig. Na deze audiënties hebben we toestemming om onze gang te gaan.

 
We brengen vervolgens de kleurpoltoden naar de basisschool in Dobena. Aruna is een jonge, gedreven directeur. Hij heeft een keurige schooltuin met papaya, zoete aardappelen en traditionele aubergine. Naast formeel leren wil hij zo ook informeel leren bevorderen. De leerkrachten drinken gezamenlijk thee (met veel suiker) ter afsluiting van hun werkdag. Op zaterdagmorgen gaan de kinderen daar nog naar school! Aruna weet zijn team te binden en stimuleren. Goede vent. De leerlingen zullen tekeningen maken die we op onze sponsordag op 5 november tonen.
Aruna laat zijn kantoor zien. ‘Quelle bazar’ is hier ook op (insiders weten wel waarop nog meer) van toepassing. Enige ordening aanbrengen is blijkbaar lasting voor de gemiddelde Afrikaan. Ze beschikken over de laatste (aug 2011) handboeken didactiek, bijvoorbeeld de didactiek voor wandplaten (de voorloper van het smartbord). Ze werken ook in groepen: de helft van de klas krijgt instructie, terwijl de anderen zelfstandig aan oefeningen werken. Dat heb ik wel heel anders gezien hier. Terug naar Midebdo.

 
Bij vorige bezoeken is gesproken met een aantal jongeren. De werkloosheid is hoog. Ze hebben hun opleidingen afgerond, maar kunnen niet aan de slag. In een poging hun ondernemersschap te stimuleren hebben we ze uitgedaagd te beschrijven wat ze nodig hebben om een onderneming te starten.
Per groep nemen we hun plannen door, stellen de prioriteiten vast en laten ze de bijbehorende investeringen schatten. Op basis daarvan bieden we toezegging voor een microcrediet aan dat ze in drie jaar terug moeten betalen.
Met uitzondering van de timmerlieden hebben ze zich goed voorbereid. Bij elke afronding stellen we de vraag of ze snappen dat er onderscheid moet zijn tussen onderneming en privé (la grande famille). Allen antwoorden ‘ja’! Ik ben benieuwd of ze dit – volledig in de cultuur ingebakken – solidariteitsprincipe kunnen laten varen voor hun onderneming.

 
Einde van de dag lopen we over de markt. De zaterdagmarkt heeft een regionale functie. Het is er erg druk. De markt heeft naast een handels- ook een sociale functie. De dolo (lokaal gebrouwen bier van mil) vloeit rijkelijk.
Vergeleken met de markten in Bobo en Ouaga die ik eerder bezocht heb, zijn de mensen hier absoluut niet opdringerig.

14-10: Midebdo

Vanmorgen om 07:30 al ontvangen door de Directeur Régional van het voortgezet onderwijs in onze regio. Het was er een drukte van belang, want morgen komt de minister van Onderwijs op bezoek. Hij heeft toch een half uur voor ons vrij gemaakt.
Het is vooral een beleefdheidsbezoek. Wij willen dat zij ons en onze initiatieven kennen. Ook zij benadrukken dat er sprake moet zijn van samenwerking.
Aansluitend bezochten we Dreba, de regionale directie van het basisonderwijs. Ook een beleefdheidsbezoek. Op onze vraag welke behoeften er zijn, antwoordde de directeur dat we daarvoor vooral onze voelsprieten moeten uitsteken bij de basisscholen zelf. Zij zullen vervolgens alles in het werk stellen om de eventueel daaruit voortvloeiende projecten op de juiste manier administratief te ondersteunen.

Daarna hebben we in het hotel een gesprek gehad met Désiré Sib en Momo Koko. Sleutelfiguren binnen de gemeenschap van Midebdo en voor ons een belangrijk klankbord voor de initiatieven die we ontplooien en vooral een bron van informatie hoe de hazen lopen in Burkina Faso.

 
’s Middags worden we opgehaald door onze privé chauffeur met een 4 x 4. Deze hebben we hard nodig voor het vervoer richting Midebdo. We slaan water en brood in, omdat dat niet te koop is in Midebdo.
Het eerste deel gaat over asfalt. Het tweede deel over ‘la rue rouge’ ofwel zandweg. Nu wordt duidelijk waarom Cees een 4 x 4 huurt. Voor een gewone auto is deze ‘weg’ niet te berijden. Over 60 km doen we twee uur. Geen last van files.

 
In Midebdo worden we ontvangen door onze gastheer Mirwe Kambire. Hij is de ‘rijkste’ man van het dorp, want hij heeft als enige een betonnen huis. Het gebouw waar wij logeren is een bijgebouw – ook van beton – met een dak van golfplaten, waar normaal zijn zoons slapen. Ik heb een kamer van 2½ bij 2½ waarin een matras en wat schoolspullen op een tafeltje liggen.

 
Mirwe geeft aan dat hij een arme boer is. Op onze vraag hoe hij dan deze (relatief) luxe huizen heeft kunnen bouwen, antwoord hij dat hij een broer in Ouaga heeft die journalist is. La grande famille.
Er zijn diverse bijgebouwen waarin andere familieleden wonen. Ik wil niet de nieuwsgierige tourist uithangen, maar een korte blik in het interieur laat grote armoede zien. De leefgemeenschap van Merwe wordt omringt door maisvelden. Om de gebouwen scharrelen kippen, parelhoenders, varkens en geiten. Deze vormen een soort spaartegoed. In zware tijden kunnen ze deze verkopen, zodat ze over geld kunnen beschikken. Merwe heeft twee vrouwen, zijn derde vrouw is overleden. Naast zijn eigen kinderen en nichtjes heeft hij ook de zorg over 5 jongens van vrienden, die in Midebdo naar het College gaan. In totaal 20 kinderen die hij een onderkomen biedt en moet voeden.

de 5 zonen van Mirwe's vrienden voor hun huis in schooluniform

Ook hier weer het signaal dat er te weinig regen is gevallen en dat de regentijd later is begonnen dan andere jaren. De mensen maken zich grote zorgen of ze straks genoeg te eten hebben voor hun familie. ‘s Nachts regent het een beetje. Een druppel op een gloeiende plaat.