Hoofdstuk 4 heeft als titel: ‘disruptively deploying computers’. Disruptive wordt wel vertaald als ‘ontwrichtend’. Ik vertaal deze titel als: “vernieuwende inzet van ICT” (hoewel de term vernieuwend door de reclame veel van z’n glans heeft verloren).
Tot op heden heeft studentgerichte technologie met gebruik van ICT nauwelijks voet aan de grond gekregen in het reguliere onderwijs. Toch verwacht Clayton dat dit – net als alle succesvolle ‘disruptive innovations’ – in de komende jaren zal veranderen, omdat dit het beste alternatief is voor non-consumptie. Op het eerste gezicht bestaat non-consumptie niet in het onderwijs. Toch verwacht Clayton een sterke toename van non-consuptie.
In de eerste fase zal de transitie van docent naar software gestuurde instructie plaatsvinden. De tweede fase noemt Clayton ‘student-centric-technology’. De software sluit – voor elk onderwerp – aan bij de intelligentie en leerstijl van de student.
Clayton ziet de volgende markten voor non-consumptie:
- Advanced Placement (AP) en andere specialistische (vervolg)opleidingen. Niet alle scholen kunnen dit programma aanbieden, omdat de vraag (te) klein is of de middelen ontbreken om bekwame docenten aan te trekken.
- Kleine (plattelands)scholen die geen breed (of diep) aanbod kunnen bieden. Deze scholen hebben grote moeite voldoende bevoegde docenten aan te trekken.
- Studenten die een inhaalslag moeten maken, of vakken moeten overdoen.
- Thuisonderwijs (of in ziekenhuis).
- Leerlingen die speciale zorg nodig hebben.
- Privé en voorschools onderwijs.
Hij signaleert dat deze markt groeiende is en voorspelt dat in 2019 50% van het curriculum in ‘high school’ (vergelijkbaar met de bovenbouw van ons voortgezet onderwijs) online zal worden gegeven.
Hij signaleert vier factoren die de vernieuwende inzet van ICT zal versnellen:
- De software zal sterk verbeteren. Er zal volledig gebruik worden gemaakt van online media (onder andere video, audio en animatie). Simulatie maakt het mogelijk omgevingen aan te bieden die nu niet binnen budget, omgeving of gebouw mogelijk zijn.
- Het wordt mogelijk om per onderwerp een individueel leertraject te kiezen dat aansluit bij elk type lerende.
- Het groeiende tekort aan leraren.
- De kosten zullen sterk dalen naarmate de markt groeit. Clayton voorspelt dat de kosten per student de komende tien jaren 15% dalen bij elke verdubbeling van het marktvolume.
Clayton geeft aan dat de leraar altijd zal blijven bestaan, maar dat zijn/haar rol zal veranderen van instructeur naar begeleider. Dit zal hele andere competenties van de leerkracht vragen. De vernieuwende inzet van ICT zal het mogelijk maken dat de ratio leerling : leraar kan worden verhoogd. Dat zal waarschijnlijk ook noodzakelijk zijn gezien de te verwachten bezuinigingen.
Verder signaleert hij dat er door een steeds grotere focus op reken- en taalonderwijs op ‘nice-to-have’ vakken wordt bezuinigd. Dit creëert een vacuüm voor non-consumptie. Ook maakt vernieuwende inzet van ICT het mogelijk dat scholen zich kunnen onderscheiden door bepaalde vakken aan te bieden die binnen het reguliere programma niet kunnen worden aangeboden.