Olievlekwerking faalt

Wij werken aan ons tweede ICT beleidsplan. Het vorige dateerde uit 2005, is keurig geëvalueerd en grotendeels gerealiseerd. Tijd dus voor nieuwe versie. Eén van de zaken die daarbij aan de orde komt, is de elektronische leeromgeving (ELO). Onze school heeft ruim 5 jaar geleden gekozen voor TeleTop. Een aantal enthousiaste collega’s hebben dit in de vorm van een pilot opgepakt. Voor de verdere verspreiding binnen de organisatie is men uitgegaan van de ‘olievlekwerking’.
Het aantal docenten en leerlingen dat gebruik maakt van de ELO is in de loop der jaren zeker gegroeid. Binnen een aantal (vmbo)teams is het gebruik ervan verplicht gesteld. Toch moet ik constateren dat de verwachte olievlekwerking stagneert. Het leidt niet tot integraal gebruik. Er is – met uitzondering van de eerder genoemde teams – sprake van vrijblijvendheid.
Aan de techniek, de ondersteuning door de ICT-coördinator en het budget (jaarlijks € 25.000 – vraagt iemand zich weleens af wat de ROI is?) ligt het niet. Waar ligt het dan wel aan?

Bij de opzet van het ICT beleidsplan maak ik dankbaar gebruik van vier in balans van Kennisnet. Op de betreffende pagina lees ik: “Van scholen die succesvolle veranderingen met ict hebben gerealiseerd, kan geleerd worden dat ict geen katalysator is, maar wel een krachtig hulpmiddel voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Verder blijkt telkens weer dat duurzaamheid en overdraagbaarheid van veranderingen lastige vraagstukken zijn. De zogenoemde olievlekwerking bestaat niet. De meeste kans op succes biedt een aanpak die vragen en knelpunten van scholen als vertrekpunt neemt”.

Ligt het dan aan het uitgangspunt ‘olievlekwerking’? Hierop googelend kom je ook vergelijkbare metaforen als sneeuwbaleffect en domino-effect tegen. Het is verbazend om te zien hoe gemakkelijk men ervan uitgaat dat dit werkt. Ik heb daar inmiddels zo mijn twijfels over.

De olievlekwerking veronderstelt een wateroppervlak zonder stromingen. De organisatie blijkt echter uit meerdere vijvertjes / watertjes te bestaan, waarvan sommige via een brede stroom onderling verbonden zijn en sommige nauwelijks met elkaar verbonden zijn. Binnen de organisatie is sprake van diversiteit en decentrale / lokale besluitvorming (op sector- / locatie- / team- / sectie- of zelfs docentniveau). De ‘olie’ zal dus lang niet overal komen.

Het ‘sneeuwbaleffect’ veronderstelt de aanwezigheid van ‘voeding’ (sneeuw) en een voortstuwende kracht, bijvoorbeeld een schoolbreed gedeelde visie ten aanzien van het gebruik van de ELO (vergelijk dit met de zwaartekracht die de sneeuwbal van de helling laat rollen). Als deze kracht ontbreekt, moet je duwen (bijvoorbeeld door enthousiaste collega’s en/of de ICT-coördinator). Ervaring leert dat je harder moet duwen naarmate de sneeuwbal groter wordt. Op een gegeven moment lukt dat niet meer.  De weerstand is te groot. Het sneeuwbaleffect bestaat niet.

Het domino-effect veronderstelt (bouw)stenen die geordend op de juiste onderlinge afstand opgesteld staan. Verder een hoog zwaartepunt op korte afstand van het kantelpunt, waardoor de steen gemakkelijk omvalt. De meeste mensen in de organisatie hebben echter meer weg van een tuimelaar dan van een dominosteen. Het domino-effect is een mooi uitgangspunt voor Domino day, maar niet voor veranderprocessen.

Olievlekwerking, sneeuwbaleffect of domino-effect als uitgangspunt voor veranderprocessen is (te) simplistisch. Je kan en mag er niet op vertrouwen. De werkelijkheid is complexer en chaotischer. Moet je dan maar stoppen met vernieuwen? Nee! Je moet stoppen met de gedachte dat dit soort veranderingen planmatig kunnen worden beheerst en het verloop ervan voorspelbaar is, als ware het olie, sneeuw of dominostenen.

Misschien is het vlindereffect (zie alinea ‘De vlinder en de orkaan’) een passender uitgangspunt?

Burkina Faso resumé

Resumé van 10 dagen BF in de vorm van willekeurige kreten en zinnen:
30+ en geen wolken aan de hemel
Geen neerslag
Elke dag zonnebrandcrème en deet smeren
Hagedissen die voor je voeten wegschieten en tegen de muur opkruipen met een soort zuignapjes aan de poten
Onbekende vogels
Vreemde geuren (vooral van de houtvuurtjes ’s avonds die tot in de volgende morgen blijven hangen)
Vreemde geluiden
Ik heb mijn dagelijkse biertje, het bruinbrood, de hollandse kost en de (echte) koffie gemist
Ik heb niet gefietst
Geen schoolmail bekeken
Alleen maar koud kunnen douchen
Niet de cv, maar de airco of ventilator bedient
We hebben niet zelf gekookt
We hebben dit jaar geen oliebollen gebakken
Vriendelijke, behulpzame en dankbare mensen
Prachtige kleding (hoe houden ze die toch schoon in deze stoffige omgeving?)
Aandoenlijke kindertjes
Mijn zorgen om het land vanwege de vervuiling, de werkgelegenheid, het onderwijs(systeem), de klimaatsverandering en de logistieke (on)mogelijkheden
Ik ben onder de indruk van het vertrouwen in (een) God
Ik heb meer medicijnen geslikt dan ooit in mijn leven
Kippen en kuikens die op straat scharrelen
Gebruik van apparatuur (zoals naaimachine en strijkijzer) die bij ons in het museum staat
Oldtimers volgepakt met mensen en goederen
Het gebruik van de (meestal te kleine) fiets als transportmiddel, ook voor levende have
De soms keiharde muziek op straat
We hebben briefjes van 1000, 2000, 5000 en 10000 uitgegeven
Ik heb cola gedronken (wat ik anders nooit doe)
Weinig oude mensen in het straatbeeld (de levensverwachting is 54)
De handelsdrift van de mensen. Ze zien overal koopwaar in
Het gebruik van natuurlijke grondstoffen
Het ontbreken van een scheiding in langzaam en snel verkeer
Electriciteit is geen vanzelfsprekendheid, ook niet in Ouaga
Ik heb uitsluitend water uit flessen gedronken
Het gebruik van het hoofd als derde ‘hand’
Het volledig ontbreken van prijzen bij de artikelen. Je moet hierover onderhandelen
De brandweer die wordt ingezet als ambulance
De stoflaag die alles bedekt
De manier waarop de vrouwen hun kind op de rug dragen. Zou de vorm van hun kont hierdoor genetisch bepaald zijn?
De korte bedden (1.90 m.)
De verantwoordelijkheid van oudere broer of zus om op het jongere broertje/zusje te passen
De creativiteit en aandacht die de vrouwen aan hun kapsel besteden (gebruikmakend van kunsthaar)
Het ontbreken van prullenbakken op straat en het gemak waarmee iedereen alles van zich afgooit.
De TV die een belangrijk middelpunt vormt en altijd (hard) aanstaat
Ik heb een goede en (overwegend) positieve indruk gekregen van de omgeving waarin en de mensen met wie Jojanneke werkt en omgaat. We laten haar met een gerust hart (maar toch ook met een brok in de keel) achter. Ze wordt omringt door zorgzame mensen. Ik denk dat haar werk en verblijf hier een moedige en belangrijke stap in haar leven is.
Ik wens geen opsomming te geven van de zaken die minder of beter zijn in Nederland ten opzichte van BF. Laat ik eindigen met de conclusie dat BF ANDERS is en in elk geval meer extremen kent dan Nederland.

Burkina Faso dag 11

Er is een afspraak voor ons geregeld om de kliniek waar Appoliné – alweer een jongeman uit het netwerk van Jojanneke (en ook geneeskunde student) – twee ochtenden in de week stage loopt. Het is een ‘sociale’ kliniek, wat betekent dat ze (veel) goedkoper werken dan het ziekenhuis en zelfs gratis voor degenen die het echt niet kunnen betalen. De mensen uit de wijk hebben voorrang. Ziektekostenverzekeringen kent men hier niet. Je moet betalen voor behandeling en/of verblijf in het ziekenhuis en familie of vrienden moeten zorgen dat je te eten krijgt.
De kliniek wordt gesponsord door een Frans ziekenhuis. Zij ontvangen afgeschreven apparatuur en (restanten van) medicijnen. We worden door een trotse Appoliné rondgeleid. Alles is relatief en voor de Burkinabé is het misschien een goed uitgeruste kliniek: ze beschikken bijvoorbeeld over een apparaat om echo’s mee te maken. Er zijn twee bedden. Deze zijn alleen voor dagopvang. In onze ogen is het echter zeer triest. De ruimten zijn klein, rommelig en niet schoon. Ze beschikken over zwaar verouderde middelen en missen bijvoorbeeld een microscoop en apparatuur voor bloedanalyse. De ruimte waar instrumenten worden gesteriliseerd is zo vies dat ik dat nog liever bij ons thuis op het toilet zou doen. De opzet is goed, maar ik ben geschokt over de faciliteiten waarmee ze hun werk moeten realiseren. Ik heb grote bewondering voor degenen die dit werk onder deze omstandigheden doen en het enthousiasme waarmee ze dat doen.
Naderhand drinken we samen wat en wachten op Droppie die zich bij ons zal voegen. Dieudonné en ik gaan op pad om geld te pinnen. We moeten morgen afrekenen op de missie en ik wil 250.000 CFA = 375 euro opnemen. Dat kan niet. Ik krijg de melding dat het teveel is en dat ik maximaal 100.000 CFA =150 euro kan opnemen. Gelukkig weet Dieudonné verderop een andere bank waar je ook kan pinnen. Daar staat een behoorlijke rij. Net als we willen aansluiten, wordt het hek gesloten en meegedeeld dat er geen geld meer kan worden gehaald, omdat het geld op is ;-O
Op naar een volgende bank. Dat is een stevig stuk lopen, maar daar lukt het wel om het restant te pinnen.
’s Middags gaan we naar het plaatselijke bos. Dat is een oase van rust in het verder hectische Ouaga, de stad die nooit tot rust komt. We doen een dutje, drinken nog wat en maken een rondwandeling. Qua geluiden en vogels waan je je in de tropen: exotisch. Dit klopt echter niet met de bodembedekking: droge bladeren. Er is water en volgens de waarschuwingsborden schijnen daar krokodillen in te zitten, maar we zien er geen.
De jongelui gaan uit eten. Wij houden het bij een cup-a-soup: het enige naast brood (en cola) dat geen problemen met onze darmen oplevert. Wat dat betreft zijn we best blij dat we binnenkort weer richting Nederland gaan. Het was voor ons beiden goed om af te vallen, maar dit is geen prettige manier. Ik ben benieuwd wat de weegschaal aangeeft.
’s Avonds gaan we de stad in om oud en nieuw te vieren. Er treedt een traditionele dans- en muziekgroep op uit het oosten van BF. Ritmische klanken en bewegingen. De gemiddelde Afrikaan zit heel wat losser in de heupen dan wij.
Om middernacht wenst men elkaar een goed 2010. Er wordt hier en daar wat vuurwerk afgestoken. Bij het zien van professioneel siervuurwerk gaan Dieudonné en Droppie helemaal uit hun dak. Ze springen en schreeuwen van enthousiasme.