Disrupting Class: inleiding

In mijn blogpost Cramming heb ik aangegeven een samenvatting van het boek Disrupting Class van Clayton M. Christensen te maken. Vandaag de eerste stap.

Na het verplichte hoofdstuk ‘dankbetuiging’, waarin de schrijvers degenen bedanken voor hun bijdrage aan dit boek dat ze opdragen aan hun familieleden, volgt de inleiding.

De schrijvers stellen dat de prestaties van het onderwijs (in de VS) achterblijven bij de verwachtingen. Een aantal mogelijke verklaringen hiervoor worden door de schrijvers onderuit geschoffeld:

  • Er wordt te weinig geld besteed aan onderwijs. De VS besteedt meer geld per leerling aan onderwijs dan de meeste andere landen. Toch zijn de prestaties van de leerlingen niet beter dan die in andere landen.
  • Er zouden te weinig computers beschikbaar zijn. In 1998 was de ratio leerling:PC 12:1 en in 2003 4:1 zonder dat dit tot verbetering van de prestaties heeft geleid.
  • De betrokkenheid van ouders en leerlingen neemt af. Dit zou gerelateerd zijn aan de toename van ‘minderheden’ en verdubbeling van het percentage gezinnen waar thuis geen Engels wordt gesproken (red-zone districten). De prestaties van de leerlingen van deze zwarte scholen doen nauwelijks onder voor die in de ‘green-zone’ (witte scholen). Er zijn scholen in de red-zone die beter presteren dan die in de green-zone.
  • Het onderwijsconcept is het probleem. Het VS-model is in veel Aziatische landen overgenomen. De Aziatische leerlingen scoren (veel) hoger voor wiskunde dan de leeringen in de VS.
  • De vakbonden hebben (te) veel macht, waardoor het belang van de docent boven dat van de leerling wordt gesteld. ‘Charter schools’ waar die invloed veelal afwezig is, presteren echter niet anders.
  • De manier waarop de schoolresultaten worden gemeten, is gebrekkig. Dit verklaart volgens de schrijvers niet waarom de kantoren in Silicon Valley steeds vaker zijn bezet met mensen van buiten de VS.

Wat zijn dan de oorzaken van de malaise? Het vakgebied van Clayton is innovatie. Vanuit deze discipline zal hij deze vraag trachten te beantwoorden. Motivatie en de interne motivatie in het bijzonder speelt een belangrijke rol bij innovatie (en leren). Hij signaleert dat naarmate de welvaart in landen toeneemt minder studenten kiezen voor natuurwetenschappelijke vakken. De externe motivatie hiervoor (ontwikkeling en groei van het land) vermindert. Dit zou de verschuivingen van de technologische ontwikkeling via Japan naar Azië en India verklaren. Welvaart is dus een valkuil.

Leren kan en moet volgens hem (en mij) gebaseerd zijn op intrinsieke motivatie. De vraag is waarom dit vaak niet het geval is en hoe dit probleem kan worden opgelost. De verklaring waarom en hoe is het doel van dit boek.

Problemen romdom het leren

Ik behoor tot een onderwijsgeslacht: de derde generatie die werkzaam is in het onderwijs. Tussen de spullen uit de nalatenschap van mijn vader troffen we een boekje aan: ‘Problemen rondom het leren‘. Het moet een jaar of 50 oud zijn en hij moet ongeveer 30 zijn geweest toen hij deze ‘presentatie’ heeft gehouden.

Toen kon hij er geen powerpoint van maken. Anders had hij dat ongetwijfeld gedaan, deze op Slideshare geplaatst, er een blogpost van gemaakt en er melding van gedaan in Twitter. Eén van de weinige vormen van delen toentertijd was de boekvorm.

Toch kan je dit ook als een soort ‘blog’  beschouwen. Je vat je mening en gedachten samen en deelt dit met anderen. Niets nieuws onder de zon dus? Het was alleen minder gemakkelijk direct te reageren. Qua inhoud zou zijn verhaal nu geschreven kunnen zijn. De problemen die hij signaleert:

  • lage onvertraagde doorstroming
  • problemen met selectie en determinatie
  • gebrek aan concentratie
  • verkeerde werkmethode, -houding en -omgeving

Wat wel sterk verandert is, is het taalgebruik. Hierbij postuum mijn vaders blog: ‘Problemen rondom het leren’.

Cramming

Disruptive-class-29Ik heb net het boek ‘Disrupting class’ van Clayton M. Christensen uit. Weer vallen er voor mij een aantal puzzelstukjes op hun plaats. Aan de andere kant roept het boek ook weer veel vragen op. Het onderstreept je gevoel dat er iets moet veranderen in het onderwijs, dat ICT daar een belangrijke rol bij speelt, maar je blijft zitten met de vraag HOE?

Ik heb mij voorgenomen een samenvatting van het boek te maken. Daarop vooruitlopend alvast een voorproefje. Hoofdstuk 3 heeft de titel ‘crammed computer classrooms’. Citaat: “School have crammed the computers into the existing teaching and classroom models. Teachers have implemented computers in the most common-sense way – to sustain their existing practices and pedagogies rather then to displace them.”
Cramming zou je kunnen vertalen als stampen of volproppen en wordt gebruikt in de context van leren (bijvoorbeeld het stampen van woordjes), maar ook voor een inmiddels gedateerde rage: hoe krijg ik zoveel mogelijk mensen in een 2CV of telefooncel. Meer van deze tijd: hoe krijg je zoveel mogelijk bytes op een oppervlak (geheugenstick of harde schijf)?

Bij de term ‘cramming’ moest ik meteen denken aan het fenomeen laptopkar (zoals deze bij ons op school wordt gebruikt). Behalve dat de kar is volgepropt, rijden we letterlijk nieuwe technologie de bestaande onderwijsstructuur binnen. En waarvoor wordt deze dan gebruikt:

bron: TNS_NIPO_Monitor_ict_gebruik_2009_docenten

bron: TNS_NIPO_Monitor_ict_gebruik_2009_docenten

 Hoofdzakelijk voor tekstverwerking, gebruik Internet en de ELO. Een bevesting van een stelling van Clayton: “School use computers as a tool and a topic, not as a primary instructional mechanism that helps students learn in ways that are customized to their type of intelligence.”

Wolfram Alpha

Op Read Write Web trof ik een eerste impressie van Wolfram Alpha. Op het eerste gezicht een zoekmachine. Het wordt dan ook een mogelijke ‘Google killer’ genoemd. Maar het is meer: de resultaten worden keurig gepresenteerd. Het is dus behalve een zoek- ook een presentatiemachine.

Indrukwekkend. Ik ben benieuwd hoe dit verder gaat en of het ook in alle talen beschikbaar komt. Dit vereist standaardisatie van data. Ik zie dan ook een relatie met de visie van Tim Berners-Lee (de ‘uitvinder’ van het world wide web) op de volgende versie van het WWW. Als Wolfram doorbreekt, wordt mijns inziens mediawijsheid nog belangrijker. In Google is nog enigszins te achterhalen wat de bronnen zijn. Of dat in Wolfram ook zo is?

Toevoeging met nog meer informatie (met dank aan zbdigitaal): http://searchengineland.com/wolfram-alpha-fact-engine-18431